Monument 2. Duel 2 tussen de grote tenoren. Met Van der Poel die door alle kenners een trapje hoger werd ingeschat dan Pogacar. We zullen nooit weten hoe het was gelopen zonder zijn verkoudheid na de E3 en zijn (lichte) val en de daaropvolgende achtervolging. Feit was dat we veel meer kregen dan een duel. De 2 kemphanen waren duidelijk de sterksten bergop maar durfden niet met mekaar naar de finish, waardoor de schaduwfavorieten Pedersen en Van Aert er in slaagden om telkens terug te keren. Net zoals met Ganna in Sanremo. Met Stuyven kreeg Pedersen zelfs nog een ploegmaat mee. Heerlijk spannend met wisselende kansen. We zagen een bijzonder aanvallende Pogacar. Vanaf de 2e keer Kwaremont knalde hij helling na helling à bloc op om zijn concurrenten met grotere motoren stelselmatig af te matten. In tegenstelling tot in Sanremo moesten die finaal plooien. Op de derde passage van de Kwaremont moesten ze er finaal af. Zelfs met 4 in de achtervolging verloren ze daarna ook terrein, ondanks de tegenwind in de laatste 8km. De wereldkampioen was de sterkste. Wout miste net het podium en zo de kers op de taart van zijn verrijzenis. Onderweg kwam hij enkel te kort op de steilere hellingen als de Taaien-, de Pater- en de Koppenberg. Op de andere bergen en tussendoor had hij duidelijk veel meer vermogen in de benen dan in de E3. Telkens vocht hij zich koppig en vastberaden terug in koers. Op de laatste keer Kwaremont was hij zelfs de sterkste van de achtervolgers. Dat belooft veel goeds voor volgende zondag, waar er geen (steile) hellingen zijn. Daar zal het voor Pogacar veel moeilijker zijn om zijn concurrenten met meer PK’s af te matten. En bij Van der Poel zijn er mogelijk al paar procentjes af van zijn vormpiek. Daarom zet ik Wout op gelijke hoogte van de 2 heren. Tel daar ook nog een Pedersen, Ganna en Philipsen bij en we krijgen zondag een heerlijke koers. Maar eerst nog de Scheldeprijs woensdag.
98 ploegen hadden gisteren de winnaar in de rangen. Geen enkele haalde echter de top 10. Ook in de stand zijn deze ploegen niet meteen bovenaan te vinden. Met een verzameling (sub)toppers kom je veel verder. Dat had ook Naim Lampe begrepen. Net zoals een reeks andere ploegen had hij de nummers 2 tot 6. Naim kon daar met Ballerini en Garcia Cortina enkele outsiders bij plaatsen. Met zijn ploeg ‘Anderlecht Champion’ (duidelijk enkel koerskenner…) troefde hij Brecht Vandevyver en zijn collega Reinout Delclef af. Met zijn monsterscore neemt hij ook de leiding in de stand. Vichtenaar Dries Demeyer wordt nu tweede, voor Brecht Vandevyver.